Vader Herman en zoon Johan zijn rasvertellers - Wij zijn Nedersaksen

In het tweede seizoen van het programma Wij zijn Nedersaksen zijn muzikanten en streektaalliefhebbers Hendrik Jan Bökkers en Albert Bartelds benieuwd óf en hoe de Nedersaksische identiteit wordt doorgegeven. Deze keer zijn ze bij vader en zoon Herman en Johan Kampman. Het verhalen vertellen kwam voor Johan uit Hellendoorn pas later op zijn levenspad. Wel kreeg hij het van huis uit mee van vader Herman, dichter, schrijver en verteller. Beiden gaan heel verschillend met die passie om. Johan: “Ik ben veel zakelijker dan pa en hij is veel langer van stof.”

Beiden zijn min of meer vanzelf in het vak gerold. “Ik schrijf graag boeken, gedichten, verhalen en conferences en van het een kwam het ander”, vertelt Herman. Zoon Johan bekent: “Ik weet nooit of ik de keuze wel heb gemaakt. De festivalwereld, het schrijven en creatief-zijn kwamen na veel omzwervingen en gedoe op mijn pad. Comedy heb ik wél bewust gekozen. Lachen is het belangrijkste in het leven.”

 

Johan vervolgt: “Ik vind het zonde om creatieve uitspattingen slechts op papier te houden. Daar spreek ik mezelf ook meteen tegen, want ik zou eigenlijk nog veel meer met comedy moeten gaan doen. Mijn passie ligt bij humor, bij vrijheid, bij buiten de gebaande paden denken en tegen heilige huisjes schoppen.”

“In de streektaal komt de humor zo mooi over”

Hoe Nedersaksisch is dat verhalen vertellen eigenlijk? Herman Kampman schrijft en vertelt graag in de streektaal. “Ik wil ons dialect uitdragen, want juist daarin komt de humor heel mooi over. Als ik een optreden heb gehad en de mensen hebben flink gelachen, dan voel je dat het goed zit. Datzelfde geldt voor mijn zoon, zijn oneliners en limericks geven mensen plezier.”

 

Johan beaamt: “De humor, ja. Er waren altijd grappen bij ons thuis. Ook het schrijven van gedichtjes was al topsport toen we nog samen Sinterklaas vierden. Ik heb geleerd dat ik toch echt zelf wat moet gaan doen om ergens te komen. Misschien had ik daar wat meer hulp bij kunnen gebruiken, maar het is uiteindelijk wel gelukt. Vrijwel hetzelfde pad als mijn vader.”

“Humor en plezier, dat heb ik altijd belangrijk gevonden om door te geven, ook aan Johan,” benadrukt Herman. “En creativiteit natuurlijk. Daarin zijn we echt wel sterk. We zijn geworteld in de regio, laten ons er door inspireren en doen hier veel creatieve dingen.”

“Paniek kennen we niet”

En er zijn meer overeenkomsten tussen vader en zoon. “Rust op alle momenten”, zegt Johan. “Paniek kennen we eigenlijk niet. Zo haalde mijn ex mijn huis eens leeg en toen kwam pa langs met volgens mij letterlijk een kratje bier of een kruk, omdat er niks meer in de kamer stond. Toen zei hij: ‘Zo, wat zullen we vandaag eens gaan doen’. Typisch pa. Hij en ik waren ook de enige twee die rustig bleven en ‘handelden’ nadat pa een herseninfarct had gehad, terwijl mijn moeder en mijn zus het eigenlijk niet meer hadden.” 

“Maar verschillen zijn er ook, hoor,” vervolgt Johan. “Vooral op persoonlijk vlak.” Herman beaamt dat: “Johan is kort en bondig. Ik kan bijvoorbeeld gerust tien minuten doorouwehoeren over mijn eerste liefde. Johan is vaak erg druk met werk, gezin en hobby’s en heeft dan weinig tijd. Hij is soms wat ‘kort veur de konte’.”

Overigens stoort het Johan niet dat Herman dit zegt. “We kennen elkaar door en door, zijn elkaars buren ook nog eens. Dat zegt wel genoeg. Ik bewonder pa om zijn rust en vastberadenheid en vooral om zijn passie voor het schrijven en hoe hij daarmee omgaat. Het gaat hem niet om het geld, maar om het uiten van creativiteit en om het plezier.”

“Ik hoop dat Johan onze schitterende verhalen, gewoontes en anekdotes onthoudt en ze eens – op welke manier dan ook – openbaar maakt”, zegt Herman. “Onze creativiteit maakt ons heel sterk.” Johan: “We hebben wel eens samen opgetreden, maar hebben een heel andere stijl. Vullen elkaar ook wel aan, ook in het schrijven. Zo was ik vaak degene die nog één keer een boek van hem las op spelfouten of opvallende zaken.”

“We kunnen nooit ergens anders wonen”

Beiden zijn ze ook trots op waar ze vandaan komen. Johan: “We houden van de streek, de taal en zijn heel trots op bijvoorbeeld Hellendoorn. Pa schreef talloze boeken over dialectwoorden, dialectgezegden of bijnamen in Hellendoorn (in het plat) en ik ben daarin wat meer richting het westen gegaan. Ik was steevast bij optredens, op de radio het geluid van het oosten. Ik laat ook geen mogelijkheid onbenut om mijn trots daarover uit te spreken. We kunnen ook nooit ergens anders wonen. Het is hier goed.”

Wat moet absoluut behouden blijven als het om de streek gaat? Herman: “Noaberschop, soms even omkijken naar elkaar als dat nodig is.” Johan vult aan: “En de taal, ook al moet ik het zelf nog veel meer gaan spreken en mensen die hier komen wonen meenemen en laten leren. Normaal gaan we automatisch in de verdediging en wijsstand als er weer zo’n westerling naast ons komt wonen. Maar waarom nemen we hem niet juist mee naar het dorpsfeest, naar natuur en gebouwen waar we trots op zijn of de historie van ons dorp? Hulp bij integreren is voor iedereen fijn die ergens nieuw is.”

Wij zijn Nedersaksen is elke dinsdag te zien om 17.40 uur en wordt daarna elk uur herhaald. De zevende aflevering is via deze link te bekijken.

Een samenwerking tussen Omroep Oost en de Overijsselacademie.